Paul Konings mocht namens Dubac 2 als invaller voor de vakantievierende Jo Roest het bal openen en
deed dat overtuigend: In de zesde beurt bereikte hij via een serie van 26 een 51- 17 voorsprong op Theo
Verwimp, leek op weg naar een eenvoudige winstpartij, maar kwam er, zoals zo velen voor hem, achter,
dat Theo pas is geklopt, wanneer de laatste carambole is gemaakt.
Die vocht zich dan ook terug in de wedstrijd en met zijn serie van 19 in de 23e beurt waren beide spelers
nog 12 caramboles van de winst verwijderd: 88 tegen 68. In het spannende slot eiste Paul na 27 beurten
de partijwinstpunten op, maar een bonus zat er voor geen van tweeën nog in: 12 – 9 voor Dubac 2.
Het competitiedebuut van Bas Vugts was er een om in te lijsten. Met een opening van 28 en een mooi
gespeelde serie van 45 in de dertiende beurt finishte hij na 15 beurten en nam met een moyenne van 11,33
zeer royaal de bonuspunten mee. Wim van Pelt, die dacht na zijn handoperatie eens even snel het vorig
seizoen verloren gegane terrein terug te winnen, had nog geen fatsoenlijke partij afgeleverd, meende hoop
te putten uit twee goede trainingspartijen, maar kwam opnieuw van een koude kermis thuis. Volledig
geblokkerd en zonder een bal goed te raken ging hij opnieuw fors onderuit: 46 caramboles en een
moyenne van 3,06. Kees Castelijns kan zijn fles wijn wel alvast komen ophalen. De stand was hierdoor
gekanteld in het voordeel van Dubac 1: 24 – 16.
De finalepartij bracht de twee kadristen tegenover elkaar en hoewel Jos Bierens achteraf aangaf niet
tevreden te zijn over zijn spel, bereikte hij met 8,62 ruim zijn moyennebonuspunten en dat is met de serie
van 39 in de vijfde beurt meer dan bewijs voor een prestatie naar behoren. Tegen Piet van Dooren was
echter geen kruid gewassen. Met zijn fabelachtige techniek nam Piet in het begin door een serie van 41
afstand en in de vijftiende beurt met 61 een beslissende voorsprong. Een beurt later was de nederlaag van
Dubac 2 een feit: Jos 138 caramboles, Piet 220 met een moyenne van 13,75.
Eindstand Dubac 2 – Dubac 1 : 27 – 39.