De eerste partij van de avond bracht twee voormalig teamgenoten tegen elkaar, waarvan Cees van Loon
met 50 caramboles in de eerste twee beurten aantoonde voor niets anders dan de overwinning naar Duizel
te zijn gekomen. Wim van Pelt sloot in de achtste beurt met een serie van 26 aan, maar Cees toverde met
28 en 37 een beslissende voorsprong uit de hoge hoed. Na 13 beurten bereikte hij met het hoogste
moyenne van de avond (10,76) zijn benodigde 140, Wim bleef met 84 en een redelijke 6,46 daarbij
duidelijk achter. De Ster stond na een partij met 15 – 11 voor.
Jo Roest zorgde vervolgens tegen Albert Sol, die ondanks series van 50 en 51 zijn tegenstander niet echt
kon afschudden, voor de eerste winstpartij. Hij had na zestien beurten met 98 caramboles de overwinning
voor het grijpen, maar zeven beurten voor de resterende 12 caramboles was net iets te veel om nog in
aanmerking te komen voor de moyennebonus: 12 wedstrijdpunten haalde Jo binnen met een moyenne van
4,78 tegen 9 voor Albert, die als gevolg van verhuisbesognes met 7,60 beneden zijn niveau presteerde.
Na twee partijen had De Ster nog een minieme voorsprong van 24 – 23 en zoals zo vaak was het aan Jos
Bierens om zijn team in de partij tegen Bert Vermeulen aan de overwinning te helpen.
Op de van hem bekende degelijke manier bouwde Jos met series van 22, 32 en 42 een forse voorsprong
op, maar hij had een beurt te veel nodig om binnen de bonusmarge te finishen: 170 tegen 94 in
caramboles, 8,09 tegen 4,47 in moyenne en 12 tegen 6 in wedstrijdpunten was het uiteindelijke resultaat.
Daarmee stelde Jos de zege van Dubac 2 veilig: 35 tegen 30.